Voedingsopties voor zuigelingen van hiv-positieve moeders in subsaharisch Afrika : richtlijnen en praktijk

Authors & affiliation

Tjalina Hamerlynck, LINDITA IMERAJ, Wim Delva, Marleen Temmerman

Abstract

Hiv-infectie vormt een majeur gezondheidsprobleem in subsaharisch Afrika. Wereldwijd zijn er naar schatting 2,5 miljoen hiv-positieve kinderen, van wie 90% in subsaharisch Afrika leeft. Kinderen worden voornamelijk besmet via moeder-kindtransmissie, met borstvoeding als een belangrijke factor. Het geven van borstvoeding is in subsaharisch Afrika de norm; economische, infrastructurele, socioculturele en maatschappelijke factoren spelen hier een rol. Vaak geeft men gemengde voeding, bestaande uit borstvoeding in combinatie met fles- en/of andere voeding. Wanneer hiv-positieve moeders hun kind tijdens de eerste 6 levensmaanden uitsluitend borstvoeding geven, is dit een manier om overdracht van de hiv-besmetting van de moeder op het kind te beperken. Dit wordt aangeraden wanneer flesvoeding geen aanvaardbaar, realiseerbaar, betaalbaar, duurzaam of veilig alternatief vormt. Studies in subsaharisch Afrika tonen aan dat het geven van borstvoeding, in vergelijking met enkel flesvoeding, zorgt voor minder ziekte bij het kind, en dat het risico op kindersterfte verlaagt. Uitsluitend borstvoeding geven, verlaagt het transmissierisico van moeder naar kind in vergelijking met het toedienen van gemengde voeding. Het geven van borstvoeding heeft geen negatieve gevolgen voor de gezondheid van de hiv-positieve moeder. De praktische toepassing van de richtlijnen kan enkel binnen een structuur waar diagnostiek, informatieoverdracht, opvolging en ondersteuning voorhanden zijn. Vrouwen in subsaharisch Afrika zouden zo een geïnformeerde voedingskeuze kunnen maken.

HIV infection constitutes a major health problem in sub-Saharan Africa. Worldwide it is estimated that 2.5 million children live with HIV, of whom 90% reside in sub-Saharan Africa. Children become mainly infected through a mother-to-child transmission, and when infants are breastfed the infection risk is high. Breastfeeding is a common practice in sub-Saharan Africa, being determined by economic, infrastructural, cultural and social factors. Most often “breastfeeding” implies mixed feeding, consisting of breast milk combined with other food or fluids. Exclusive breastfeeding by HIV-positive mothers during the first six months after birth, may constitute an important strategy to reduce mother-to-child transmission. It remains recommended unless replacement feeding is acceptable, feasible, affordable, sustainable and safe. The results of studies in sub-Saharan Africa reveal that breastfeeding reduces infant morbidity and mortality when compared to exclusive replacement feeding. Compared with mixed feeding, exclusive breastfeeding grants a lower risk of HIV transmission. Breastfeeding is also not associated with higher maternal morbidity or mortality, nor with an increase of HIV disease progression. Implementation of these guidelines will only be possible once the necessary means for early diagnosis of HIV in pregnant women as well as their, intensive counselling, follow-up and support become available. This may allow women in sub-Saharan Africa to make an informed, although often limited, choice on feeding practices.

Publication date:

2008

Staff members:

Marleen Temmerman

Link to publication

Open link

Attachments

Tijdschr._voor_Geneeskunde_64_nr._20_2008.pdf (restricted)

Related publications